Tekeninglezen 1 Aanzichten

Inleiding

Als je zelf een werkstuk gaat maken en je weet wat het moet worden kun je vaak zonder een tekening te maken beginnen. Je weet immers zelf wat het moet worden. Eerst een tekening maken zou onnodig tijd kosten.
Maar als je een werkstuk door iemand anders moet laten maken is dat wat lastiger. Je moet dan uitleggen hoe het werkstuk er uit moet zien. Je moet de afmetingen vertellen en van welk materiaal het gemaakt moet worden.

Als je werkt in een technisch bedrijf, en je moet door een ander bedrijf een werkstuk, of onderdeel, laten maken dan zal je een fatsoenlijke tekening moeten maken.
De ander moet dan de tekening ook begrijpen om het onderdeel te kunnen maken.

Daarom worden er afspraken gemaakt. Afspraken voor het maken van technische tekeningen noemt men normen.

Soms kun je een tekening snel met potlood en papier maken. We noemen dit een schets. Een schets maak je als je een eenvoudig onderdeel door iemand wil laten maken.


Is het onderdeel iets ingewikkelder dan maak je een tekening. Een tekening is een manier om een ruimtelijk onderdeel op papier (of beeldscherm) te zetten. Dit doe je door het maken van aanzichten.

Een tekening kun je maken met potlood op papier.
Tegenwoordig worden tekeningen meestal gemaakt met behulp van de computer. We noemen dit dan CAD tekenen.

Aanzichten

Om een tekening te maken van een onderdeel maak je aanzichten.
Van een werkstuk kun je maximaal 6 aanzichten maken. Vooraanzicht, Bovenaanzicht, Onderaanzicht, Linkerzijaanzicht, Rechterzijaanzicht, Achteraanzicht.

Bekijk onderstaand werkstuk


Van het werkstuk kun je dus 6 aanzichten maken.

vooraanzicht

linkerzijaanzicht

rechterzijaanzicht

bovenaanzicht

onderaanzicht

achteraanzicht

Afkortingen aanzichten.
Bij het technisch tekenen worden de aanzichten als volgt afgekort:

  • Vooraanzicht als VA
  • Bovenaanzicht als BA
  • Onderaanzicht als OA
  • Linkerzijaanzicht als LZA of LZ of LA
  • Rechterzijaanzicht als RZA of RZ of RA
  • Achteraanzicht als AA

Vaak hoef je niet alle aanzichten te tekenen om een duidelijke tekening te maken.
Je probeert van een werkstuk altijd zo weinig mogelijk aanzichten te tekenen. Maar je moet wél zorgen dat je genoeg aanzichten tekent zodat degene die het werkstuk moet maken genoeg informatie heeft om het werkstuk te kunnen maken.
Vaak zijn twee of drie aanzichten genoeg. Vaak wordt het vooraanzicht, rechterzijaanzicht en het bovenaanzicht getekend.

Tekentaal

Om ervoor te zorgen dat niet alleen jij, maar zoveel mogelijk mensen (en in ieder geval diegene die het werkstuk moet maken) de tekening begrijpen worden er afspraken gemaakt.
Deze afspraken heten normen. Tekennormen. De tekennormen noemen we ISO normen.

Tekennormen zijn alle afspraken die internationaal gemaakt zijn om ervoor te zorgen dat iedereen die werkt met deze norm dezelfde taal spreekt.
Dat betekent allemaal op dezelfde manier tekenen en allemaal dezelfde symbolen gebruiken. Symbolen zijn tekens die gebruikt worden om gemakkelijk een tekening te kunnen begrijpen.

Projectiemethoden

In de tekenwereld (weer volgens de ISO normen) worden twee projectiemethoden gebruikt. Een projectiemethode is een manier om af te spreken op welke plaats je een aanzicht van een werkstuk tekent.
We onderscheiden twee projectiemethoden:

  • Tekenen volgens het derde kwadrant
    Deze methode wordt ook wel de Amerikaanse projectiemethode genoemd. Eigenlijk is dit een oude benaming, maar wordt nog steeds op veel bedrijven gebruikt. Daarom wordt hij hier nog wel genoemd.
  • Tekenen volgens het eerste kwadrant
    Deze methode wordt ook wel de Europese projectiemethode genoemd. Eigenlijk is dit een oude benaming, maar wordt nog steeds op veel bedrijven gebruikt. Daarom wordt hij hier nog wel genoemd.

We gaan er even van uit dat we beginnen bij het vooraanzicht.

Tekenen volgens het derde kwadrant (de Amerikaanse projectie methode) gaat er vanuit dat je:

  • het linkerzijaanzicht tekent links van het vooraanzicht
  • het rechterzijaanzicht tekent rechts van het vooraanzicht
  • het bovenaanzicht tekent boven het vooraanzicht
  • het onderaanzicht tekent onder het vooraanzicht
  • het achteraanzicht tekent rechts van het rechterzijaanzicht tekent


Tekening volgens het derde kwadrant (Amerikaanse projectiemethode)

 uitleg tekenen volgens het derde kwadrant (Amerikaanse projectie)

Het symbool dat op de tekening staat om aan te geven dat je tekent volgens het derde kwadrant (de Amerikaanse projectie) ziet er als volgt uit.


symbool tekenen volgens het derde kwadrant (Amerikaanse projectie)

Het symbool vind je in het titelblok van de tekening. Zo weet je dat je te maken hebt met een tekening die getekend is volgens het derde kwadrant (de Amerikaanse projectiemethode).

Tekenen volgens het derde kwadrant wordt ook wel Amerikaanse projectiemethode genoemd.

De tegenhanger van de Amerikaanse projectiemethode is de Europese projectiemethode.
De Europese projectiemethode gaat er vanuit dat je:

  • het linkerzijaanzicht tekent rechts van het vooraanzicht
  • het rechterzijaanzicht tekent links van het vooraanzicht
  • het bovenaanzicht tekent onder het vooraanzicht
  • het onderaanzicht tekent boven het vooraanzicht
  • het achteraanzicht tekent rechts van het linkerzijaanzicht

Het symbool dat op de tekening staat om aan te geven dat je tekent volgens de Amerikaanse projectie ziet er als volgt uit.

symbool Europese projectie

De meeste bedrijven en scholen tekenen volgens de Amerikaanse projectie.

Toets

Maak de toets door op onderstaande knop te klikken.

Tekenopdracht

Maak een werktekening van het torenblok zoals in het voorbeeld.

  • Teken op A4 staand.
  • Teken een kaderlijn.
  • Teken het VA, BA en RZA.
    (Isometrische projectie hoef je niet te tekenen)
  • Schrijf de maten in.
  • Teken met potlood.
  • Schrijf je naam met pen op de tekening.
  • Maak en duidelijke foto van je tekening en stuur die naar je docent.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *